Kleuren en vormen
De bloemen van de Protea zijn door gekleurde, vaak behaarde, schutbladeren omsloten. De schutbladeren zitten soms dicht op de bloem, bij sommige soorten wijken ze en laten ze het witte hart goed zien. De kleuren variëren van licht tot donker roze, met wit en oranje-geel rondom de bloem. De Leucospermum is trouwens familie van de Protea en dat kun je zien.
Symboliek
Met de geschiedenis van haar naamgeving in het achterhoofd, zal het je niet verbazen dat de bloem symbool staat voor diversiteit en verandering.
Herkomst
Protea komt oorspronkelijk uit Zuid-Afrika. In 1735 gaf de Zweedse botanicus Karl Linnaeus de bloem haar naam. Vanwege de vele verschijningsvormen van de Protea verwees hij naar de Griekse God Proteus, die zo vaak van gedaante kon veranderen als hij wilde. In Zuid-Afrika kun je Protea ook vinden onder de plaatselijke alias Suikerbossie. Deze naam is te danken aan sappen die de bloemen uitscheiden en die naar suiker smaken. De Protea groeit in subtropische tot tropische omstandigheden met warme dagen met veel zon en koele nachten. Inmiddels wordt de bloem ook op andere continenten geweekt, waardoor de Protea steeds makkelijker en het hele jaar door te koop is.