ONGEWONE BOEKETTEN
“Weet je waarom ik zo graag blauw gebruik in mijn werk? Omdat die kleur niet vaak voorkomt in de natuur. Blauwe bloemen vallen op en laten mensen twijfelen aan wat ze zien. Daar houd ik van.” Je kunt Jeffersons boeketten mooi, lelijk, gedurfd of provocerend vinden, ongewoon en verrassend zijn ze zeker. Jefferson kiest bewust voor deze artificiële, onconventionele stijl. Hij wil graag een ander idee van schoonheid naar buiten brengen: een idee dat botst met de bestaande opvattingen over ‘een mooi boeket’. “Klassieke boeketten bestaan al zo lang. Al jarenlang worden dezelfde bloemen, kleuren en combinaties gebruikt en is het idee van schoonheid onveranderd. Ik vind dat het tijd is om die bestaande esthetiek te doorbreken en onze kijk op bloemen te vernieuwen.”
Blauwe bloemen vallen op en laten mensen twijfelen aan wat ze zien. Daar houd ik van.
BIJZONDERE PATRONEN
In Jeffersons boeketten kom je veel anthuriums en anjers tegen. Dat is geen toeval: “Deze twee bloemen zijn erg geschikt om te transformeren. Je kunt ze beschilderen, tatoeëren, opmaken; eigenlijk kan ik alles met ze doen wat ik wil.” Jefferson verandert de bloemen van kleur of versiert de bladeren met bijzondere patronen, kleurovergangen en tekeningen. Maar er is nog een reden waarom Jefferson graag met de anjer werkt. De levensloop van de bloem past namelijk erg goed bij zijn ambitie om de bloemenwereld te vernieuwen: “De anjer had in Frankrijk lang een slecht imago. Nu wordt ze weer volop gewaardeerd en vind je haar bij elke bloemist in alle kleuren. Dat is goed. Niet alleen omdat de anjer een mooie bloem is, maar ook omdat uit de terugkerende interesse blijkt dat er weer behoefte is aan een frisse visie op bloemen.”
Een nieuwe, minder klassieke visie op bloemen wordt populair. Dat is goed.
IETS STERKERS
Waar komt die gedrevenheid bij Jefferson toch vandaan? Het keerpunt blijkt te liggen bij de Paris Fashion Week. “Tijdens dit evenement werkte ik voor een bloemist. We hadden honderden boeketten gemaakt voor de Fashion Week die allemaal wit of monochroom van kleur waren. Tijdens het event merkte ik direct dat mensen de boeketten niet meer zagen. Ze werden niet meer gewaardeerd, omdat ze niet opvielen. Toen knapte er iets bij mij. Het was voor mij juist belangrijk dat mensen bloemen écht zagen. Dat ze de bloemen anders vonden, of het nu hun smaak was of niet. Ik realiseerde me dat ik niet thuishoorde in een scène waar bloemen ondergeschikt waren geworden. Ik wilde iets sterkers. En dus besloot ik bloemen te gaan maken die choqueren. Om ze weer op te laten vallen.”
Ik realiseerde me dat ik niet thuishoorde in de klassieke bloemenscène. Ik wilde iets sterkers.
STREET-ART
Jefferson werkt niet vanuit een studio. Het liefst werkt hij op verlaten plekken in de buitenwijken van Parijs, zoals Montreuil. “Die plekken worden minder gezien en gewaardeerd, terwijl er zich hele interessante dingen afspelen. Voor mij hebben ze daarom meer karakter dan bijvoorbeeld een appartement in Haussmann-stijl in het hart van Parijs. Niemand verwacht hier namelijk bloemen te zien. Door juist op deze plekken te werken, probeer ik te laten zien dat ook deze plekken mooi kunnen zijn. Zo probeer ik onze blik op deze verlaten plekken te veranderen.” In de buitenwijken is veel street-art. De kleuren, vormen en combinaties in die kunstwerken geven Jefferson veel ideeën. “Bovendien hebben ze me geholpen om me open te stellen voor andere culturen en manieren van uitdrukken. Ik werd erdoor gemotiveerd om grenzen te verleggen en nieuwe dingen uit te proberen.”
Street-art heeft me geholpen om me open te stellen voor andere culturen en manieren van uitdrukken.
ERVARINGEN DELEN
Jefferson werkt veel samen met jonge ontwerpers, fotografen en modehuizen. Hij ziet dat zij vaker met bloemisten werken en zich willen onderscheiden van grote ontwerpers en artiesten. “Dat vind ik interessant. Ik herken mezelf in hun ambitie. Ik meng me dan ook graag met deze creatieve beroepen, om samen te werken en ervaringen te delen.” Jefferson doet dan ook het liefst projecten waarin hij verschillende soorten vakmanschap kan combineren. “Pas geleden heb ik bijvoorbeeld met drie anderen uit verschillende inventieve beroepen een reeks foto’s gemaakt voor een magazine. Het resultaat was een fotoserie waarin bloemen en fotografie heel natuurlijk samenkwamen. Het resultaat was een krachtige, vernieuwende en verrassende fotoserie. Onwijs tof, maar ik had dat resultaat nooit in mijn eentje kunnen bereiken. Iedereen heeft echt vanuit zijn eigen beroep en ideeën een steentje bijgedragen. Hieruit bleek voor mij hoe waardevol samenwerkingen zijn.”
Ik meng me graag met andere creatieve beroepen om samen te werken en ervaringen uit te wisselen.
BOOST
“Doordat ik samenwerk met anderen, materialen gebruik die niet bij het beroep van een bloemist horen en niet vanuit een studio werk, noemen mensen mij wel eens een artiest. Daar heb ik moeite mee. Picasso was een artiest, ik ben gewoon een bloemist die op een andere manier te werk gaat dan traditionele bloemisten. En zo zijn er nog meer bloemisten zoals ik. Samen proberen we de traditionele Franse bloemenwereld nieuw leven in te blazen. Want hoewel bloemen tegenwoordig populairder worden in mode en magazines, blijft het gebruik heel goed doordacht en veilig. Er worden weinig risico’s genomen. Dat vind ik jammer, zeker omdat ik weet wat voor toffe dingen mogelijk zijn. Gelukkig is er in Parijs een originele stroming ontstaan die deze traditionele ideeën wil doorbreken. Met mijn werk probeer ik die beweging een boost te geven.”
MEER VERHALEN
Nieuwsgierig naar andere verhalen van de nieuwe generatie Parijse bloemisten? Lees dan ook het interview met Nue Paris.