Kleuren en vormen
Op de lange stijlvolle steel staat een stijlvolle bol van kleine bloemetjes. Sommige varianten zijn wat bescheiden, sommige maken een flink statement in je vaas. Van wit tot paars en blauw gekleurd. Er zijn zo’n 300 verschillende soorten en ze bloeien bijna allemaal in de zomer. De Allium Giganteum is de grootste variant. De paarse bloemenverzamelingen kunnen een doorsnede hebben van maar liefst 15 cm puur geluk.
Symboliek
Uien hebben een hoge bijgeloofwaarde. Zeker de sterk geurende soorten werden graag ingezet om onheil, ziekten en heksen buiten de deur te houden. Een gevlochten streng hield alles buiten. De Allium victorialis stond voor onkwetsbaarheid en overwinning. In Duitsland heet deze variant ‘Allermannsharnisch’, wat het harnas voor de gewone man betekent. Bij de Egyptenaren werden de uien vaak op graven afgebeeld, want de lagen van de ui waren het symbool van de eeuwigheid.
Herkomst
Allium behoort tot een plantengeslacht van de lookfamilie. De planten groeien in gematigde streken van het noordelijk halfrond en sommige soorten kunnen wel 1,5 meter lang worden. Bij de Romeinen werd het woord allium in eerste instantie alleen gebruikt voor knoflook, maar later werd het de geslachtsnaam voor alle lookgewassen. Bieslook en prei horen ook bij het geslacht.